Destijds waren het een slof sigaretten en enkele blikjes energiedrank. Vandaag was het een koeltas met allerhande rauwkost, suikervrije aardbeiengummies, de stiekeme, verpakte brownies voor de grote mensen en op die manier nog een oneindigheid aan eten voor een gezin van zes personen op dagje weg. Zowel het aangepaste proviand, als de wijziging aan passagiers, veranderden niks aan het gevoel dat lange autoritten bij me oproepen: het lonken van de vrijheid.
Meteen toen ik achttien werd, haalde ik in enkele weken mijn rijbewijs. Op die manier had ik een roze pasje in handen dat ervoor zorgde dat ik niet meer hoefde te wachten op de bus die eenmaal per uur kwam, om het boerendorp waar ik woonde te kunnen verlaten. Ik kocht een aftands barrel en had een vorm van geluk te pakken waarvan ik niet wist dat ik er naar op zoek was.
Ik kon in de auto stappen en rijden. Met mijn peuken en mijn muziek als gezelschap, naast de energiedrank als vervanger voor slaap, kon ik naar Parijs rijden. Ik hoefde niet naar Parijs. Maar ik kon het. Of Rotterdam. Naar Rotterdam hoefde ik ook niet. Maar ik wilde het wel. Dus ik reed naar Rotterdam.
Mijn raampje moest wat naar beneden voor de as van mijn sigaret en de geur van mijn blikje chemisch drinken vulde de auto. De radio liet met zijn volume mijn geteisterde brein beuken en sigaret na sigaret, kilometer na kilometer, ademde ik meer een gevoel van eigen zeggenschap in. Ik kon zelf sturen, waarheen ik maar wilde.
Ik had het vanmiddag ook weer, op weg naar een dag vermaak waarvoor we onbekende wegen moesten berijden. Ik voelde dat ik samen met mijn gezin mocht sturen waarheen we maar wilden. Ik zag Parijs op de bewegwijzering staan en besefte dat het nog steeds kon. Nog steeds kunnen we naar Parijs, als we dat verlangen. Ik zou mijn kinderen mee kunnen nemen op avonturen. Met iets minder sigaretten en iets meer softijsjes wellicht. Maar we kunnen het. Ik kan ze laten proeven van hoe mooi je avontuur kan zijn, als je maar zelf blijft sturen. Ik kan ze laten zien dat je mag rijden naar waar iedereen rijdt, of dat je mag rijden naar de verlaten bossen waar je jezelf kunt bevrienden in de stilte.
Ik kan met ze rijden naar een stil strand, zoals ik al ooit halsoverkop met hen – mijn meisjes – alleen deed. Ze waren erg klein, maar ze herinneren het zich. Het is grappig, want ze beginnen er vaak over. Alsof ze het beseffen. Dat we ons eigen plan trokken. Dat we ons niets aantrokken van de bezwaren die onze omgeving zag. Dat we elkaar hadden en dat dat goed was. En hóé we elkaar hadden en dat het goed was. Dat we renden naar de zee en nog sneller terug renden naar onze plaid, toen het water nog ijskoud bleek. En dat we plasten in een kuiltje in het zand en het begroeven. En dat we soms lachten om elkaar en dat we soms mopperden en dat het goed was. En dat we niet dachten aan de tijd, aan wat moest, aan wat verwacht werd. En dat we alleen maar Vrij voelden. We hadden onszelf naar vrijheid gestuurd.

Robin en gezin die reis naar de vrijheid bestaat al heel lang maar
lang niet alle mensen beseffen dat!!! dus geniet ervan samen… 😉
later zullen de kinderen zich al die leuke ritjes met een fijn
gevoel herinneren.