Ik ging naar de kapper op het einde van die woensdagochtend. Ze vroeg me of ze mijn haren moest wassen, maar ik gaf aan helaas onverwacht haast te hebben. Mijn wederhelft was al enkele dagen behoorlijk ziek en met mijn bezoek aan de kapper, had ik hem opgezadeld met een rondkruipende tweeling die tegenwoordig een hobby ziet in het met hun zandzwarte ledematen op onze witte bank klauteren, om van daar af te joelen richting voorbijrijdend verkeer. Je loopt jezelf de blaren op je tenen, en tilt je de verzuring in je spierballen, om die muitertjes te achtervolgen en weg te plukken vanaf de bank die zij als vlagloze mast zijn gaan beschouwen.
Met vettige, doch geknipte, haardos zou ik de kapsalon moeten verlaten zodat ik op tijd zou zijn te voorkomen dat de dreumesen hun vader zouden kielhalen, of ernstiger. Hap hap snip snap, snel knippen dus maar. De kapster, die erg geïnteresseerd over het weer kon praten, zette haar schaar in mijn haren en overmoedig riep ik: “er mag wel meer af hoor!”
Uiteindelijk bleek mijn haar korter dan door mijzelf verwacht, maar alsnog stapte ik na korte tijd al weer tevreden de deur van de kapsalon uit en schudde mijn haren alsmaar demonstratief van links naar rechts, terwijl ik terugliep naar mijn bonkige bolide. Onbesuisde joie de vivre uitstralen kan ook gewoon met plakkerige haren die shampoo nodig hebben, zo bleek maar.
Ik racete met vijftig kilometer per uur en één keer Applejack van Dolly Parton naar huis (Spotify is overgenomen door de kleuters tegenwoordig) en redde mijn man die half creperend op de vloer lag. De twee dreumesen die bovenop hem zaten, keken betrapt op toen ik binnenkwam.
Mijn partner zag in het geheel niet dat er vijftien centimeter van mijn haren af was en hervond zijn kuil op de bank. De tweeling zag alsnog hun kans schoon met twee handen tegelijk de haren uit mijn kop te trekken, dus ook zij waren niet ernstig onder de indruk van de metamorfose. Al met al een behoorlijke anticlimax, aangezien ik toch weinig subtiel liep te wapperen en waaien met die nieuwe coupe.
De avond verstreek, ik kreeg kans twaalf seconden te douchen voordat iemand me eronderuit riep en de volgende dag ging ik met versgewassen, gesnoeid hoofd richting een verjaardag. Aldaar waren uiteraard meer getuigen die me konden loven, maar ik kwam van een koude kermis thuis. De reacties geraakten ongeveer niet positiever dan:
“Ah! Je hebt je haren laten knippen…”, waarbij de niet uitgesproken woorden het luidste klonken. Een soort verwarde grimas volgde, waarna ongeschreven geviltstifte vraagtekens op het voorhoofd van mijn gesprekspartner verschenen over hóé ik dit had kunnen doen.
“Er is een heel stuk af…!”
Ja. Dat is er ja. En dit is jouw kans om me daar eens even flink over te prijzen. Maar de loftuitingen bleven uit. Er werd enkel geconstateerd en niet gecomplimenteerd. En dan weet je dat het mis is.
Nogal gedesillusioneerd en met menig toastje eiersalade in mijn buik, vertrok ik naar huis, waar mijn levensgezel zich nog steeds horizontaal op de bank bevond. Ik kookte eten dat niet werd gegeten en opnieuw ging ik naar bed. Dat alles alsof het leven zomaar doorging.
Het duurde drie dagen totdat ik het eerste compliment kreeg van een vriendin. Maar die nam ik logischerwijs met een ruime portie wantrouwen in ontvangst. In het weekend daarop echter, volgde nog meer zeer terechte en langverwachte vleierij en dat nam ik dan ook met veel ontsteltenis (“jullie zijn zo’n beetje de éérsten, snap je dat nu!?”) aan. Ik maakte gepaste buiginkjes en dankte ze hartelijk. Op dat moment voegde ook mijn partner zich bij het gezelschap en nam ik weer een rechte houding aan, om nu dan ook van hem veren in mijn bescheiden reetje gestoken te krijgen.
Maar helaas verloor ik het van Joost. Joost Klein. En dan niet eens vanwege zijn haardos, maar omdat ie zo nodig gediskwalificeerd moest worden. Kun je wel mooi in het rond paraderen met je nieuwe haren, maar als je dat hier in huis tijdens de finale van het Songfestival doet, trek je toch aan het kortste eind.
…Nou nou nou Robin… ja zo gaat dat in de drukte en hectiek van het tegenwoordige drukke leven… Als je maar tevreden bent met jezelf sta je sterk in het leven!!! En die
al dan niet terechte complimentjes mogen zij dan in hun …reet… steken!!! 😉