Ondanks een totaal van twaalf personen dat naast mijzelf en de naderende baby’s in de ziekenhuiskamer was, was de bevalling van de tweeling toch een akelig eenzame exercitie.
Drie vrouwelijke artsen bevonden zich in de vuurlinie tussen mijn opengeslagen benen, een handjevol kinderartsen met hun leerlingen bevonden zich op de tweede rang en rondom mijn hoofd dwarrelden enkele kakelende verpleegkundigen rond die zo nu en dan onaangekondigd een nieuw middeltje mijn infuus inspoten, of tegendraads tetterden dat ik moest persen terwijl de leidinggevende gynaecoloog me net nog zei te wachten en te puffen.
Met mijn ogen gesloten, teneinde alle ruis te elimineren, baarde ik zelf twee zoons. Twee jongens, maandenlang gewiegd door de natuurlijke en ongedwongen deiningen van mijn waggelende lijf, nu geforceerd ter wereld gebracht door kunstmatige en synthetische oxytocine en ander medisch voorgeschreven richtlijnen. Samen met mijn twee knaapjes zorgde ik ervoor dat ik binnen vijftien minuten ineens niet meer zwanger was. En met wat hulp van die halve arm van de gynaecoloog dan, die tot aan haar elleboog in mijn baarmoeder verdwenen was omdat het nou eenmaal ook een richtlijn is baby numero twee eruit te trekken.
Maar wat was men tróts. Opluchting in de kamer vanwege een ongecompliceerde tweelingbevalling, her en der personeel dat thuis aan de keukentafel zou kunnen vertellen hun eerste tweelingbevalling bijgewoond te hebben en de twee prachtige jongens lagen als kers op de taart bij moeders op de borst. Er bestond toch geen andere mogelijkheid dan dat zij zich tevens zou onderdompelen in deze blijdschap dat die twee kleine bekkenbodemversjteerders er eindelijk uit waren?
Maar ik was ontredderd.
De bevalling was opgewekt, waardoor mijn geest nooit heeft bij kunnen benen dat mijn lichaam de jongens al gedwongen uit aan het drijven was. Volgens richtlijnen en protocol lag ik platgespoten via een ruggenprik, waardoor ik niet de bewegingsvrijheid had die ik nodig had om de weeën op te vangen die me dichterbij een ontmoeting brachten waarvan ik niet wist of ik er al werkelijk klaar voor was. Volgens protocol werd de eerstgeborene na geboorte meteen meegenomen door de kinderarts, omdat ik mijn eigen kind niet op mijn borst mocht houden tijdens de geboorte van de tweede helft van de tweeling. Volgens protocol duwden de verpleegkundigen onaangekondigd extra spuiten met onbekende medicatie mijn infuus binnen, om dan weer mijn getergde baarmoeder op commando te doen ontspannen en dan wel te doen aanspannen. Volgens protocol zweefde de schaar al tussen mijn benen, voordat ik begreep dat mijn bekkenbodemspieren wederom aan gruzelementen geknipt gingen worden.
Volgens protocol en op papier was de bevalling een zeer geslaagde, vrolijke en uitmuntende prestatie geweest.
Toch lag ik ’s avonds gehavend op bed, met een gekneusd aanvoelende baarmoeder vanwege de arts die als doorgewinterde Lingo-speler naar mijn vierde kind had lopen grabbelen daarbinnen, en vroeg me af waarom ik me zo had laten leiden door angst. Mijn keuze om de adviezen op te volgen zoals gegeven door het medisch personeel, waren gebaseerd op angst voor de schijnbaar talloze manieren waarop een tweelingbevalling godsjammerlijk mis kan gaan. Mijn jaknikkers-gedrag was onderbouwd door een grond van vrees voor hoe vreselijk riskant een tweelingbevalling zou kunnen zijn.
De geboorte van mijn derde en vierde was georkestreerd. Maar ik was niet de dirigent geweest.
Maar wat als het goed kon gaan? Als ze een controlerende, bijsturende rol hadden gehad waar nodig, in plaats van een bij voorbaat ingrijpende rol?
Wat als het goed kon gaan? Als mijn lichaam sterk genoeg was deze makkertjes op de wereld te zetten zonder opwekken, prikken, spuiten, knippen en sjorren?
Wat als het goed kon gaan? Als ik vertrouwen in mijn lijf en baby’s had mogen opbouwen door de begeleiding van het medisch personeel die negen maanden lang?
Misschien, heel misschien, was het wel gewoon goed gegaan?

Gefeliciteerd met jullie twee aanwinsten in jullie gezin. Ik proef dat er weer een nieuw boek aan het ontstaan is. Hou me maar op de hoogte
Grt
Jan