Dus we kochten een afgrijselijk gedrocht op vier wielen. Een blikkerige, rechthoekige zevenpersoonsbus met knalrood exterieur en een tegenhangend extreem grijs en sober interieur.
Het ding kochten we bij twee ongure autohandelaren ergens aan de noordkant van Tilburg, met een vleugje pijn in de buik en een hoop wantrouwen tijdens de overdracht van de tiet geld die het ding hen op heeft gebracht.
Het was dat deze bus zo ongekend zeldzaam en betaalbaar is, wat eenieder die hem al heeft aanschouwen kan begrijpen, waardoor we toch deze deal besloten te maken. Want in principe was er geen vezel in ons lijf die deze twee mannen ons spaargeld gunde.
Het allergrootste nadeel aan bovenstaande is toch wel dat ontzettende verlies aan sexappeal wanneer je je in of nabij het busje bevindt. Het kan op zo’n walgelijke en verontrustende manier elk beetje charme dat je bezit teniet doen, dat het om te grienen is.
Nu ben ik, hoogzwanger van twee hardgroeiende geldslurpertjes, toch al lang niet meer al te appetijtelijk om gewaar te worden, maar ergens had ik wel zeker nog hoop dat dat na het uitwerpen van het grut nog in ere hersteld kon worden.
De aankoop van dit busje echter, doet mij inzien dat het volledig tegenovergestelde waar zal zijn. Alle begeerlijkheid die ik wellicht nog mocht bezitten, of weer zou mogen gaan bezitten, is gisteren met die betaling van een behoorlijk aantal duizenden euro’s, achtergebleven bij een louche autohandelaar in Tilburg-Noord.
In die bus ben ik de ware en zichtbare baarmachine die ik eigenlijk ben en zal ik me nooit meer kunnen onttrekken aan dat evident opgeroepen idee van uitgelubberde broedkip.
Hemeltjelief.
Iemand nog ergens een knalrode Porsche te weggeef, om dit beeld wat op te heffen en me nochtans ééns tussen alle voederbeurten van onze kroost door, als flitsende, strakke dertiger op straat te kunnen vertonen?
