Ik ben per abuis het schoolplein gaan beschouwen als catwalk voor het succes dat je bereikte. Als ik dat grimmige paradeplein betreed, overvalt me nog steeds zo’n beklemmend buitenbeentjesgevoel zoals het dat vroeger deed. Het neemt wat andere, wat zogenoemd volwassener, vormen aan. Maar het resulteert er nog steeds in dat ik liever in onzichtbaarheid mijn kinderen ophaal, vanwege mijn kans op falen wanneer ik zichtbaar ben. Per persoon die de catwalk op loopt, peil ik hun succes op vermeende waarde. Hoeveel méér succes boeken zij dan ikzelf?
Wie heeft haar eigen haren kunnen modelleren en make-up op de juiste plekken aangebracht, ook al is het al een hels karwei überhaupt al je kinderen aangekleed de deur uit te krijgen?
Wie kan een anekdote vertellen over hoe katers tegenwoordig wat langer blijven hangen dan vroeger, alleen om zijdelings te kunnen verkondigen dat je dus nog steeds zo’n fantastisch sociaal leven hebt dat je ieder weekend omkomt in de feestjes?
Wie heeft de nieuwste mode aan, net als haar kinderen, ondanks dat je je daar een rughernia voor moet werken en dan alsnog ergens tijd gevonden haar dochters haren met ingewikkelde vlechten in elkaar en binnenstebuiten te knopen?
Of wie loopt er in sportkleding over het schoolplein, om duidelijk doch woordeloos aan te geven dat ze zich zo meteen in het zweet gaat werken, omdat ze hardnekkig gelooft in het idee dat een jong en strak lijf, na enkele kinderen gekregen te hebben, slechts een kwestie is van gezonde keuzes en leefstijl?
Wie knoopt het gesprek aan en staat bij het groepje ouders dat zich heeft weten verzamelen in een walm van dure parfums zodat ze kunnen overleggen over majestueuze kinderfeestjes en traktaties waarbij kosten noch moeite bespaard blijven?
Wie fietst nog even op de glimmende bakfiets naar huis om de witte, afgestofte shutters een standje te verzetten in de vers aangezette uitbouw, voordat ze weer terugkomt naar school om te komen luizenpluizen en glimlachend legoblokjes af te wassen met een tandenborstel?
Wie rijdt er weg in een mooie, minstens hybride maar liever elektrische, auto en ziet er dan altijd een beetje gehaast uit, omdat ze zo onmisbaar is en het eigenlijk toch echt te druk heeft om ook even aan haar jeukende reet te krabben?
Ik kan alsmaar niet kiezen of ik dat nu wel ook wil kunnen, of niet ook wil kunnen. Ik kan alsmaar niet vasthouden aan het idee dat deze ouders ook maar gewoon ouders zijn die bruin kakken en niet goud. Ze zijn net zoals ik, of misschien een beetje anders dan ik, maar toch hopelijk niet beter dan ik? Zij die dat leven wel volhouden? Zij die al die ballen zo torenhoog kunnen blijven werpen en allemaal ook weer op kunnen vangen?
Geef ik mijn kinderen minder mee, als ik er nog een beetje gekreukeld bij loop als ik samen met ze op de juf wacht op het schoolplein?
Wen ik ze een sociaal leeg leven aan, als ze niet zo vaak uit logeren gaan, omdat mama meestal op tijd weer thuis is als ze ’s avonds überhaupt het huis nog verlaat?
Hebben ze meer kans gepest te worden als ze Zeeman kleren aan hebben, omdat ik zowel het geld als de discipline er niet voor heb ze in duurdere kleren te steken waarin ze volgende week een gat in de knie vallen?
Hoor ik als goed voorbeeld mezelf naar de sportschool te slepen, ook als dat eigenlijk helemaal niet in mijn aard zit, noch op mijn wensenlijstje staat?
Ben ik een slechte moeder die haar angsten niet aangaat, als ik eigenlijk niet zo goed op een groepje ouders af durf te stappen en dat daarom ook keer op keer niet doe?
Hoor ik meer betrokken te zijn en dat schaarse beetje eigen tijd dat ik bezit, altijd klaar te staan voor karweitjes op school? Ben ik lui?
Is onze rode, afzichtelijke bus meer beschamend voor onze kinderen dan een strakke, zwarte Tesla? (Oké. Ja. Daar weet ik het antwoord op. Het antwoord is ja.)
Meer dan eens kan ik de antwoorden op mijn vragen niet beitelen in steen. Vandaag is het antwoord: nee. Nee, dat is niet hoe ik hoor of hoef te zijn.
Morgen is het wellicht ja. Ja, ik hoor mijn kinderen betere kansen te geven dan dat ik doe en ik zet mezelf en hen voor schut als ik doorga zoals ik ben.
Overmorgen bedenk ik dan pas weer: joedoejoe. Een vrije vertaling van: you do you, mama. Whatever floats your boat, om dan maar in de Engelse uitdrukkingen te blijven. Als ik steeds opnieuw bewuste keuzes maak, een balans opmakend tussen de belangen van die vier nazaten van me, en mezelf, zal ik toch vast ooit een goed midden bereikt hebben?
Dan doen zij maar mooi wat zij het beste, of fijnste, of mooiste, of meest gezellig, of meest nobel achten. En dan loop ik de dag erna weer het schoolplein op met uitgelopen mascara en resten havermoutpannenkoek in mijn haren.

Robin wat een ‘geweldige tekst’ van een ( eigenlijk te drukke) topmom en nee je hoeft niet
net zo te willen zijn als die andere moeders die het volgens jouw idee beter doen! want die zijn ook maar heel gewoontjes hoor en niet beter dan jij met je te lage eigendunk… ;-(
zij zijn mss wel veel onzekerder dan jij met hun dure kleren en auto’s. jij bent een echte
‘SUPERMAMA’ voor je kinderen en geld speelt daar helemaal geen rol bij! 😉
groetjes Ria.
Oh zo herkenbaar! Heel erg mooi geschreven! En.. joedoejoe!
Dankjewel en joedoejoetoe mama! 🙂