De seizoenen

Nooit eerder brachten de herfst en winter me zoveel warmte. Het waren seizoenen die me leegzogen. Slecht gebouwd tegen kou en weinig uren zonlicht, raakte mijn gemoed belast met neerslachtigheid en een verlangen naar warmer tijden. Nu is dat zoveel anders.
   Als het weer buiten guur is, wordt het binnen des te warmer. We stappen in een coconnetje en verzamelen ons rondom onze tafel in de serre, met dekentjes en zoete hapjes erbij.
Het pinda rijgen is net klaar, de tweeling wordt tegelijk wakker. Acrylverf wordt uit de knutselkast getrokken door de oudste, met wat kwasten en een schort. De middelste wil kleien en papa moet mee helpen een eenhoorn te creëren. De dampende thee staat veilig hoog, buiten bereik van de baby’s die inmiddels brabbelend over de grond kruipen en her en der contact zoeken via kirretjes en kreetjes. Zelf zit ik erbij, aangestoken om ook te gaan kleien of schilderen. Of misschien toch die mand schone was weg te vouwen die morgen gevuld is met hetzelfde wasgoed, maar dan weer vies. We eten kerstkransjes met amandelschaafsel erop, of we ruiken de geur van de versgebakken cake nog, die inmiddels al voor de helft opgegeten is omdat niemand kon wachten totdat ie afgekoeld was. Warme cake is veel lekkerder.
   Het zijn mijn lievelings, nu, dat soort middagen. We keuvelen, hebben het over liedjes die gezongen worden om voetbalclubs af te kraken op school en over naar welke zorgverzekering we over moeten stappen. Gelijktijdig. Met zes mensen in huis wordt er zelden maar één gesprek tegelijk gevoerd. Er wordt gesnauwd omdat die kwast eigenlijk niet voor de zwarte verf was, maar voor de roze. Er wordt een rondje rond de tafel geslopen om beurtelings bij iedereen in het oor te fluisteren dat ze lief zijn. Een schilderij van een haan, zo bleek pas achteraf dat het dat was, wordt voltooid en de eenhoorn te drogen gezet boven de verwarming. De kinderen zeuren dat ze honger hebben, wat ze verwarren voor lekkere trek in meer kerstkransjes, want een wortel hoeven ze niet. De mand met opgevouwen was wordt onderaan de trap gezet, om hem de eerstvolgende trip mee naar boven te nemen. Iedereen kletst door elkaar heen. De baby’s komen op schoot, trommelen op tafel. Er wordt ge”poebediepoebedie-t” naar ze en ze een speelgoedtrein toegereikt. Het is koud buiten, maar binnen des te warmer.
We doen nog een spelletje. En nog een rondje rond de tafel, om stiekem te fluisteren hoe lief de ander is .

1 gedachte over “De seizoenen”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *