Heeft het te maken met de generatie waaronder ik val; die voortdurende drang mezelf te verbeteren? Steeds een beetje beter, zou het allemaal moeten kunnen. Ontzettend egocentrisch ingesteld, zoek ik alsmaar vlakken waarop ik vooruitgang zou kunnen maken. Een schoner huis, meer vrienden, minder ongeduldig zijn, gezonder eten, meer zorgeloos genieten, meer bijdragen, mooiere selfies maken, beter schrijven, beter moederen, beter beter beter. Alles is immers maakbaar tegenwoordig. Dus als iets nog niet is hoe je het zou willen hebben, of hóórt te hebben, zal dat wel een fout van jezelf zijn.
Je hebt altijd een keuze, onder welke erbarmelijke omstandigheden je je ook bevindt. Je hebt hoogstens nog niet de juiste keuze willen nemen.
Het dreunt maar onvermurwbaar door mijn kop: die maakbaarheid. De schuld die je draagt wanneer je het nog niet gemaakt hebt. Wanneer je nog niet daar bent waar het niet meer beter kan. Mea culpa, mea culpa.
Het kan tegen je werken, soms. Dat idee van volledige zelfcontrole, zelfbewustzijn en eigen verantwoordelijkheid. Het kan bestraffend werken en verlammen. Uiteraard doe je dan wel iets grandioos mis en zou je het beter aan moeten pakken. Want je hoort je continu bewust te zijn van je eigen handelingsbekwaamheid.
Maar soms voel ik me helemaal niet zo handelingsbekwaam. Soms voel ik me eenzaam en weet ik niet of en hoe ik nog iemand kan benaderen. Soms voel ik me verdrietig, maar lijken de oplossingen me nog vreselijker dan het verdriet. Soms voel ik me lelijk en voel ik dat ik alleen de dagen af kan tellen totdat mijn spiegelbeeld me weer aardiger aankijkt. Soms kan ik niet zorgelozer, omdat ik nu eenmaal zorg. Soms ben ik boos en zie ik domweg geen andere optie dan dat dat door de daden van een ander komt. Zonder dat dat iets over mijzelf hoeft te zeggen.
Soms voel ik me machteloos en voelt het alsof ik geen enkel touwtje nog zelf in handen heb.
Soms voel ik me helemaal niet zo handelingsbekwaam.
Meestal klooi ik dan maar aan, rommel ik maar door, bedenk me wat mijn belangrijkste waarden zijn en handel daar dan naar. Of misschien doe ik juist precies het tegenovergestelde en weet ik al van tevoren, dat ik het mezelf naderhand kwalijk neem. Soms uit ik mijn frustratie onterecht naar een ander. Soms maak ik een grap waarvan ik had kunnen weten dat die verkeerd valt. Soms roep ik naar mijn kind, terwijl ik weet dat ik spijt zal hebben. Soms wens ik dingen, zonder zin te hebben er zelf iets voor te hoeven doen. Soms koop ik iets, terwijl ik weet dat het geld beter besteed kan worden. Soms word ik meedogenloos woedend op mezelf. Soms heb ik zelfmedelijden.
Soms ben ik helemaal niet zo handelingsbekwaam.
Maar ik ga toch maar weer door. Bedenk me wat mijn belangrijkste waarden zijn en handel daar dan naar. Soms bied ik mijn excuses aan, omdat ik boos deed maar eigenlijk hulp nodig had. Soms maak ik geen grap uit ongemakkelijkheid, maar stel me kwetsbaar op. Soms maak ik kleine stapjes, richting de wensen waarvan het voelt alsof ze nooit uit zullen komen. Soms koop ik toch niet, maar probeer mijn voldoening uit mijn daden te halen, in plaats van uit mijn spullen. Soms ben ik zachtaardig voor mezelf. Soms voel ik me in mijn kracht staan.
Dan voelt het ineens weer alsof ik keuzes heb. Alsof ik voor links of rechts zou kunnen kiezen, zonder uit de bocht te vliegen. Misschien mag ik zelfs rechtdóór gaan.
Precies zoals ik al deed.
Omdat het even niet meer beter hoeft.

Robin, dan denk ik altijd aan het lied ‘we zullen doorgaan…’ en het levenspad gaat niet over rozen!!! 😉